De Corona Portable Microcomputer Model PPC400 is een draagbare computer die in de jaren 80 werd geproduceerd door Corona Data Systems. Het was een van de eerste draagbare computers die was gebaseerd op de Intel 80C88-processor en de MS-DOS-besturingssysteem. De computer had een 7,7-inch monochroom CRT-scherm en woog ongeveer 3,6 kilogram.
De PPC400 had een ingebouwd 3,5-inch floppydiskstation en was ook uitgerust met seriële en parallelle poorten voor het aansluiten van randapparatuur zoals printers en modems. Het apparaat had ook een volledig toetsenbord en een muis voor gegevensinvoer.
De computer was ontworpen voor gebruik door zakenmensen en professionals die onderweg toegang tot hun gegevens nodig hadden. Het was echter vrij duur en daarom niet erg populair. Ondanks dit feit had de PPC400 een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de draagbare computers en de personal computing revolutie.
IBM en Corona Data Systems hadden een complexe relatie. Enerzijds was CDS een concurrent van IBM, omdat het bedrijf IBM-compatibele computers produceerde. Anderzijds had CDS IBM nodig omdat IBM de marktleider was in de computerindustrie en veel software en hardware ontwikkelde die compatibel was met IBM-computers.
Een belangrijk onderdeel van de relatie tussen IBM en CDS was het geschil over het gebruik van de BIOS (Basic Input/Output System). BIOS is de firmware die de hardware van de computer controleert tijdens het opstartproces en de basisinvoer en -uitvoer regelt. IBM had het auteursrecht op de BIOS, maar CDS ontwikkelde een reverse-engineered BIOS dat compatibel was met IBM-computers. IBM beschuldigde CDS van auteursrechtinbreuk en begon een rechtszaak tegen het bedrijf. In 1986 troffen de twee bedrijven een schikking waarbij CDS toestemming kreeg om zijn BIOS te blijven gebruiken, maar IBM kreeg wel een licentie om het BIOS van CDS te gebruiken.
Hoewel CDS niet zo bekend was als IBM, heeft het bedrijf wel een aantal innovaties op zijn naam staan, waaronder de eerste draagbare IBM-compatibele computer (de Corona PPC400). Het bedrijf werd in 1984 opgericht en werd in 1991 overgenomen door AST Research.
Corona Data Systems heeft verschillende modellen van draagbare computers uitgebracht, waaronder:
- Corona PC 100
- Corona PC 150
- Corona PC 210
- Corona PC 220
- Corona PC 286
- Corona PPC 400
- Corona PPC 400E
Wist je dat?
- De Corona PPC400 was niet goedkoop en kostte destijds ongeveer 4.000 euro. Dit maakte het tot een van de duurdere computers op de markt.
- De Corona PPC400 had een zwart-wit lcd-scherm met een resolutie van 80×25 tekens en kon worden aangesloten op een externe monitor voor betere beeldkwaliteit.
Corona Data Systems en Philips
In 1984 sloot Corona Data Systems, de fabrikant van de Corona-computers, een samenwerkingsovereenkomst met Philips. Philips nam een minderheidsbelang in het bedrijf en kreeg het recht om de Corona-computers onder zijn eigen merknaam te verkopen. Hierdoor werden sommige modellen van Corona-computers ook verkocht als Philips-computers.
De samenwerking tussen Corona en Philips leidde tot de ontwikkeling van de Philips PCD 200. Dit was in wezen een herverpakte versie van de Corona PPC 400E-computer met enkele kleine wijzigingen en een Philips-logo op de behuizing. De Philips PCD 200 werd in 1986 op de markt gebracht en was voornamelijk gericht op de Europese markt.
Hoewel de samenwerking tussen Corona en Philips op papier veelbelovend leek, was het in de praktijk niet erg succesvol. Philips stopte al snel met de verkoop van de Corona-computers onder zijn eigen merknaam vanwege tegenvallende verkoopcijfers. Corona Data Systems ging in 1987 failliet en stopte met de productie van computers.
Desondanks waren de Corona-computers een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de draagbare computers en hebben ze een blijvende impact gehad op de ontwikkeling van de personal computing-revolutie.